Vandaag, precies 17 jaar geleden werd ik voor de eerste keer moeder. Op Valentijnsdag. Als parents-to-be hoopten mijn (inmiddels ex-)man en ik dat ons “ukkie” juist NIET op deze commerciële dag geboren zou worden. Pffff… Valentijnsdag, daar hadden we echt helemaal niks mee. Maar ik was uitgerekend op de 16e, dus de kans was aanwezig…

Dussss, wat deed ons ukkie, waarvan ik tot die tijd absoluut overtuigd was dat “het” een jongetje was (want ik wilde graag een meisje)..? Yep, het kwam op Valentijnsdag. Dat ging overigens niet zonder slag of stoot. Geheel conform het karakter van ons ukkie, lag het toen al dwars, al wist ik dat toen zelf nog niet. Fijne zwangerschap gehad, niks aan de hand. Kind was netjes ingedaald, aldus alle zes (!) verschillende verloskundigen die mij tijdens de laatste weken van de zwangerschap begeleidden. Koppie naar beneden, helemaal goed.

Omdat mijn vliezen al op de 12e waren gebroken en de weeën na 24 uur nog steeds niet verder doorzetten, was ik al naar het ziekenhuis getransporteerd. Daar, nog eens 16 uur later en een flinke shot weeënopwekkers verder, zou ik, totaal uitgeput maar met voldoende ontsluiting, ein-de-lijk kunnen gaan bevallen. Details zal ik je besparen, want zo romantisch is een bevalling nou ook weer niet. Zelfs niet op Valentijnsdag ????.

Maar het lukte niet.

Verpleegkundige vertrouwt het niet, haalt de dienstdoende gynaecoloog erbij. Gynaecoloog kijkt en voelt, roept om het echo-apparaat. Ziet op het scherm bevestigd dat ukkie in stuit ligt. Oftewel: kont naar beneden. Keizersnee dan maar, kind moet er echt NU uit. Paniek. Nog 1 keer proberen of het misschien toch nog via de natuurlijke route kan. Ik krijg nog net mee dat ik ZO HARD MOGELIJK moet persen. Dwars door de al bijna ondraaglijke pijn heen. Alleen dán kan het misschien nog lukken, anders moet ik er zo snel mogelijk gesneden worden. Half in coma doe ik wat me gevraagd wordt. Dwars erdoorheen.

Een paar minuten later is ie er. Ukkie. “Jullie hebben een prachtige dochter!”, klinkt het in de verloskamer. Huh? Een dochter? Gezond en wel, tegen de verwachting in. Een meisje! Toch geen Joël dus… maar Joëlle ????

Los van het feit dat deze gebeurtenis mijn leven natuurlijk volledig op de kop zette, heb ik er ook veel van geleerd. Bijvoorbeeld om altijd kritisch te zijn en niet ‘klakkeloos’ te geloven wat ‘weters’ jou als ‘niet-weter’ vertellen. Nou was mijn vertrouwen in “professionals” al niet zo groot, maar dat was vooral ggz-gerelateerd ????. Met deze beroepsgroep had ik tot dan toe niet te maken gehad. Hoe kon het dat zes “deskundigen”, onafhankelijk van elkaar, ervan overtuigd waren dat de baby goed lag, terwijl dat niet zo was? Een baby kan haast niet meer draaien na 35 weken, tenzij met veel geweld. En na de geboorte lag mijn dochter nog een tijdje met de beentjes omhoog; het bewijs dat ze inderdaad ook zo in de buik had gelegen. De expertise van deze dames was voor mij weinig hoogstaand, zeg maar. Er klopte niets van wat zij hadden beweerd.

De belangrijkste les echter betreft het ‘doorzetten’. Dwars door alle pijn heen… doorzetten! Wat als ik dat niet had gedaan? Oké, ik was in het ziekenhuis, de OK was vlakbij. Maar dan nog… zuurstoftekort bij de geboorte is snel opgelopen. Wellicht zelfs de belangrijkste oorzaak van een verstandelijke beperking.

Ik heb een fantastische, knappe, slimme dochter gekregen. Joëlle.
Een dwarsligger, dat wel….